SNEEUWASTER, VLASBEKJE EN KLEIN SPRINGZAAD
Drie prachtige geel-witte of wit-gele (wat u wilt) bloemetjes, die juist in deze tijd bloeien tot wel in oktober.
SNEEUWASTER ofwel EURYBIA DIVARICATA
Niet inheems, maar geeft wel een mooi vol tapijt van lieflijke bloemetjes, met 6 – 8 witte straalbloemen. In het midden een hart van gele buisbloemen. Bloeit van juli/augustus tot in oktober. Met een maximale hoogte van zo’n 60 à 70 cm. is het echt een blikvanger in een zonnige, maar ook in een half-schaduw border. Trekt veel verschillende insecten aan, en onze honingbij zal er zeker nectar op halen, geen pollen. Terugsnoeien kan direct na de bloei, maar ook in het vroege voorjaar, tot vlak boven de grond. De plant houdt van een goed doorlatende, humus- en kalkrijke grond.
Dan kwam ik tijdens mijn wandel- en fietstochtjes een echt heel mooi klein lichtgeel bloemetje tegen, gewoon in de berm: het
VLASBEKJE, LINARIA VULGARIS, wat wel wat weg heeft van een leeuwenbekje, met een diepgele - soms neigt het zelfs naar licht oranje, keel, én een spoor achter het bloemetje, dat tuutje, dáár zit de honing.
Inheems, bloeitijd juni tot oktober en een feestje voor allerlei soorten insecten als bijen, vlinders, hommels enz. Maar vooral hommels met een lange tong maken graag gebruik van het Vlasbekje. En dat is niet zonder reden: doordat ze de bloem open moeten maken, open moeten breken met hun dikke lijfjes om bij de nectar in het spoor te komen, blijft er veel stuifmeel aan hun vachtje hangen, en dat zorgt voor bestuiving.
Er zijn trouwens hommels met een kortere tong die in het spoor gaatjes bijten om zo bij de nectar te komen, en daar maken andere bijen natuurlijk ook weer dankbaar gebruik van.
Houdt van een zonnige plek, maar op losse grond zal hij gaan woekeren.
And last but not least: het
KLEIN SPRINGZAAD ofwel IMPATIENS PARVIFLORA
Familie van de Reuzenbalsemien, je weet wel, in de Biesbosch staat heel veel van die soort, met rozerood tot paarse bloemen, de Impatiens glandulifera.
Het Klein springzaad heeft lichtgele bloemen met een duidelijk oranje honingmerk.
Bloeit van juni t/m oktober en komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië. Sinds 1846 duikt dit leuke plantje in Nederland op.
Dat oranje honingmerk maakt het onze insecten makkelijk: dat honingmerk wijst ze namelijk de weg naar de nectar, die in het spoor zit, achter de bloem, net als bij het Vlasbekje.
Wanneer de zaden rijp zijn, worden ze, wanneer ze aangeraakt worden, hetzij door bijvoorbeeld een dier, hetzij door de wind, als het ware weggeschoten.
Ze dient ook als voedselplant voor o.a. Groot Avondrood, een prachtige vlinder.
Meer informatie? Kijk eens op
https://www.floravannederland.nl/ en
https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Drachtplanten
Tekst en foto’s: Jenny Visscher-Trof