MUNTSTRUIK EN FAZANTENBES
slider placeholder
Het is alweer even geleden dat ik iets vertelde over dracht. En ja, misschien denk je nu dat er zo goed als niets meer te beleven valt in de tuin, zo eind oktober. Maar niets is minder waar! En dat is maar goed ook, want onze bijen vliegen nog steeds. Zodra het ook maar even boven de 10° C is, en helemaal als het zonnetje schijnt, zijn ze op zoek naar nectar. Denk dat het zoeken naar stuifmeel wel wat minder is, nu de koningin even een rustpauze neemt.
En gelukkig biedt onze tuin nog, naast de bloeiende Hedera helix, de klimop, genoeg anders.
 
Bijvoorbeeld de Elsholtzia stauntonii, Chinese Munt oftewel de Muntstruik. Een struikje met prachtig behaarde, opgaande twijgen, dat zo’n beetje vanaf augustus tot einde oktober bloeit met violet roze pluimen. De pluimen lijken wel iets op die van Agastache, de dropplant. En ook al is deze plant uit de Lipbloemenfamilie, niet inheems, maar oorspronkelijk afkomstig uit Noord-China, het is er één die absoluut waarde heeft voor onze honingbijen, maar ook voor onze wilde bijen, zoals hommels, die je zelfs nu, eind oktober hier en daar nog ziet. Trouwens, ook voor ons mensen is het een mooie aanwinst en niet alleen vanwege zijn kleur, maar zeker ook vanwege zijn geur: als je zowel de bladeren als de bloemen aanraakt of een beetje kneust, dan ontwikkelt zich een heerlijke muntgeur!
Hij houdt van goed doorlatende grond; houdt van zon maar vindt halfschaduw ook prima en wordt zo’n 150 cm hoog. Ieder jaar na de winter kan hij bij de grond afgeknipt worden.
 
En dan hebben we ook nog de Leycesteria formosa, de Fazantenbes. Je ziet op de foto’s wel waarom hij de bijnaam Grootmoeders oorbellen heeft gekregen. Behoort tot de Kamperfoeliefamilie. Ook deze struik, die zo’n 2 tot 4 mtr hoog kan worden, is niet inheems maar komt oorspronkelijk uit West-China en de Himalaya. Is ook een geschikte struik voor bijen en andere insecten als vlinders, maar ook voor vogels, vanwege zijn bessen aan het eind van het seizoen. Bloeit van juni tot einde oktober en is daarmee dus een belangrijke voedselbron voor insecten. Verspreiding gaat makkelijk via de uitwerpselen van vogels. De oudste takken kun je in het voorjaar volledig weg snoeien en als hij de winter niet lekker is doorgekomen, kun je ‘m ook helemaal kort snoeien, hij zal zich snel weer herstellen.
 
Tekst en foto’s: Jenny Visscher-Trof